‘Hoe gaat het met je?’ Dit wordt mij de laatste tijd veel gevraagd, onmiddellijk gevolgd door de vraag hoe het met Miss Communicatie gaat.
‘Goed,’ zeg ik dan. ‘Ik ben een beetje afwezig, want erg druk. En Miss Communicatie is momenteel ook een beetje afwezig, want dat heeft een herdruk.’
Want zo gaat dat met boeken die een herdruk hebben. Die kunnen even tijdelijk afwezig zijn. Nou valt dat met Miss Communicatie gelukkig nog wel mee, want in veel winkels ligt het nog, maar het kan gebeuren dat het er even niet is. Dat is natuurlijk vervelend. Eigenlijk zou je als koper de boekhandelaar om de hals moeten vliegen en roepen dat zo’n herdruk ontzettend fijn is voor de schrijfster en vervolgens een dansje door de winkel moeten maken, maar ik begrijp dat je reactie anders zal zijn.
Het is toch een beetje hetzelfde als wanneer je ’s ochtends opstaat en zin hebt in een kopje koffie en je de voorraadbus Douwe Egberts leeg aantreft. Dan zeg je ook niet, top Douwe, fijn voor je! Nee, dan heb je de pest in. Waarschijnlijk ga je naar de buurvrouw om daar een kopje koffie te gaan drinken, maar die is natuurlijk afwezig, dat zal je net zien. Waarop je dan maar de fiets pakt om naar de AH te gaan. Maar helaas, je hebt een lekke band. En dus ga je lopen. En wie kom je tegen bij de AH? Juist, dat kreng van drie straten verderop. Zij weet je te melden dat ze net terug is van de Dominicaanse Republiek en dat ze het zálig heeft gehad.
‘En ik kwam daar jouw Bert tegen!’
‘Dat kan niet,’ zeg je. ‘Mijn Bert zit in Amerika. Voor zaken.’
‘Nee hoor, het was toch echt jouw Bert. Hij reageerde ook op de naam Bert. Ik zei nog “hoi Bert”, en die blonde vrouw naast hem – zo’n twintig jaar jonger dan jij – noemde hem toch ook echt Bert.’
Dit was dus allemaal niet gebeurd als de Douwe Egberts niet op was geweest. Je staat er niet bij stil, maar het kan behoorlijk veel ellende geven als iets er niet meer is. Gelukkig wordt Miss Communicatie begin deze week weer uitgeleverd. Een hele opluchting, voor iedereen.