Naarmate je ouder wordt, vallen je dromen toch een beetje in duigen. Zo wilde ik vroeger altijd bejaarde worden omdat je dan de hele dag in een knus klein kamertje kon lezen. Verder wilde ik een cruise maken. Met mijn prachtige jurk zou ik aanschuiven aan de captain’s table en de kapitein in zijn prachtige, witte uniform met goudglanzende tressen zou smoorverliefd op mij worden. Dit werd natuurlijk ook gevoed door de destijds mierzoete televisieserie The Love Boat.
Inmiddels ben ik erachter dat bejaarden het hartstikke druk hebben met het inpakken van de koffers voor hun jaarlijkse cruise. En dat het door mij felbegeerde reisje een beroerde all-inclusive is waarbij vierduizend passagiers ’s ochtends vechten om een stoel bij het zwembad.
Maar tot vorige week vrijdag bleef ik dromen van die kapitein in zijn witte uniform. Dat waren nog eens mannen. Mannen die zo’n drijvend preteiland van de ene naar de andere bestemming vervoerden. Heus, dat doe je niet zomaar. Ik heb gekeken, maar de LOI heeft geen cursus cruiseschipbesturen, met gratis laptop bij betaling in één keer, in zijn pakket zitten. Nee, die kapiteins zijn mannen van stavast met krachtige karaktereigenschappen, zoals stressbestendigheid, geen spoortje watervrees en geen enkele neiging tot bingoverslaving. Mannen die het zinkend schip als laatste verlaten. Een eenzaam wit stipje op de romp van een stuk gereten boot. Beelden die de wereld over gaan en hem wereldberoemd maken.
Maar het leven van Francesco Schettino was niet zo glamourous en bestond al jaren uit het op en neer tuffen van havenstad naar havenstad. En elke avond moest hij weer vrolijk acte de présence geven aan de captain’s table waar twintig opgewonden grijze vrouwen hem smachtend aankeken, want de dromen van de vijfenzestigplusser zijn om de een of andere bizarre reden nog steeds springlevend.
Drie maanden geleden gebeurde het. De uitgebluste Francesco Schettino kwam op het eiland Giglio een zesentwintigjarige schone Italiaanse tegen. Het was alsof een bliksemschicht hem trof. De jonge deerne kirde om hem heen, wond hem om haar vinger, maar hield de haven keurig gesloten. Want zo zijn die zesentwintigjarige Italiaanse krengen.
Francesco Schettino werd gek van verlangen. Uit elke havenstad nam hij een schat voor haar mee. Gouden ringen, parfums, lingerie, maar ze gaf geen sjoege. En dat zat Francesco behoorlijk dwars, gewend als hij is om zijn eigen koers te varen.
En opeens, op die vrijdagavond, wist hij wat hij moest doen. Hij zou zijn schip de Costa tussen de rotsen van het eiland Giglio manoeuvreren, orgastisch bulderend met zijn scheepstoeter, een staaltje seksueel machtsvertoon waarna ze zich in zijn armen zou werpen.
Maar het liep het anders. Het werd zo’n foute eerst nacht waarbij het condoom scheurt en je de volgende ochtend de morning-afterpil kan halen.
Weer een illusie minder.