Ik heb altijd veel bewondering voor filosofen. Zij weten namelijk het geheim van de zin van het leven te doorgronden. Dat vind ik knap, want ik ben er nog niet achter. Gisteren stond er een artikel in de krant over de filosoof Jan Drost, die een boek heeft geschreven over het romantisch misverstand. Het gaat over de mens in relatie tot romantiek en de bijbehorende teleurstellingen. Het geheel is overgoten met een sausje Plato en Nietzsche.
Nou, dat leek me interessant en vol verwachting las ik het artikel. De filosoof stelde dat onze verwachtingen met betrekking tot de romantiek een barrière vormen in de liefde. Dat lijkt me helemaal waar, maar dat geldt toch niet alleen met betrekking tot de liefde? Dat geldt toch voor alles?
De mens is een vat vol domme verwachtingen. Dat moet ook wel want als we de realiteit onder ogen zouden zien en realiseren dat het leven één sombere grijze doffe ellende is dan zouden we collectief van de eerste de beste klif springen.
Verwachtingen zijn niets meer dan een overlevingsstrategie. Ik geef toe dat sommige mensen hun verwachtingen beter zouden moeten managen, maar zonder verwachtingen en hoop wordt het niets met de mensheid.
Als je op de eerste schooldag zou weten dat je tot je achttiende in zweterige lokalen moet zitten, onderwijs krijgt van mensen die geen verwachtingen meer hebben en wekelijks sufgetoetst wordt dan zet je toch de hakken in het zand.
En elke nieuwe baan ga je weer vol verwachting in. Ook al weet je dondersgoed dat die nieuwe collega een achterbaks ventje is en je baas een graaigrage dictator die je salaris niet op tijd betaalt.
En die nieuwe man? Natuurlijk hoop je dat hij de komende twintig jaar waxinelichtjes op de badrand zet en je overstelpt met rode rozen en chocola. En dat stemmetje dat je waarschuwt dat hij zweetvoeten heeft, snurkt en vreemdgaat, negeer je. Dat wil je gewoon niet weten. Ja, zo gaan die dingen.
Nu nog even de vraag of ik het boek Het romantisch misverstand ga lezen. Ik weet het nog niet. Ik heb namelijk hooggespannen verwachtingen en die eindigen meestal op de vuilnisberg van teleurstellingen.