Er is nogal verbaasd gereageerd op mijn ontboezeming dat ik weiger om voetbalplaatjes te sparen. Ik sta tenslotte bekend als een voetballiefhebber. En dat klopt, maar ik heb een bloedhekel aan verzamelen, en al helemaal van voetbalplaatjes omdat spelers en trainers nu eenmaal sneller van club verwisselen dan ik bananen koop.
Overigens moet ik eerlijk bekennen dat ik niet geheel vrijwillig voetbalfan ben geworden. Dat had meer te maken met mijn man, die nogal van het voetbal, schaatsen en wielrennen is. In het begin van ons huwelijk was ik van mening dat je een beetje interesse moet tonen in de hobby’s van je man. Maar drie sporten ging me wat te ver, dus ik moest een keuze maken.
Schaatsen lag natuurlijk voor de hand. Het kent een lekker kort seizoen en die schaatsbroeken zijn natuurlijk helemaal top. Maar ook al zitten die dingen nog zo strak, na drie rondjes heb ik het wel gezien en vijftien kilometer is een eind. Schaatsen viel dus af.
Wielrennen was kansloos. Ik vind het heel knap als je kunt plassen en tegelijkertijd een col kunt beklimmen, maar ik heb niks met mannen die hun benen scheren.
De keuze viel dus op voetbal. En daar heb ik tot op heden geen spijt van. Mijn man overigens wel, want vijftien jaar lang goedbedoelde voetbalopmerkingen van mijn kant hebben hem niet gelukkiger gemaakt.
Inmiddels vind ik het spelletje niet meer zo boeiend. De lol gaat er toch een beetje vanaf als je begrijpt wat buitenspel inhoudt, maar dat mysterieuze wereldje eromheen blijf ik fascinerend vinden. Dat wereldje waar het geinige straatvoetballertje object wordt van voetbalmakelaars, zes keer moet verhuizen, miljonair wordt op zijn tweeëntwintigste en aan zijn arm een blondgelokte voetbalvrouw met een eigen talkshow heeft hangen. Dat malle gedoe waarbij het straatschoffie van weleer een bruisend sociaal leven leidt met gala’s waar hij zijn oude voetbalschoenen verloot en alvast nadenkt over een nieuwe onderbroekenlijn plus accessoires, want er is ook nog een leven na het voetbal, en dat après-voetbal-leven bestaat allang niet meer uit eenzaam wegkwijnen in een sigarenwinkeltje in Assen, maar gaat volop bruisend door.
Een beetje voetballer wordt mode-ontwerper, side-kick bij sportprogramma’s of trainer. Waarbij je in het laatste geval wel concessies moet doen en het trainingspak moet verruilen voor een foute bruine regenjas en je haar in een troosteloos model moet laten knippen. Nou ja, er zijn ergere dingen. Want laten we eerlijk zijn, nog interessanter dan het leven van een voetballer is het leven van een voetbaltrainer. Als je het een beetje goed doet, en niet voortijdig door de spelers naar huis wordt gestuurd, dan word je in Korea op handen gedragen of wordt er een stamppotje naar je vernoemd in de kantine van AZ. Ik bedoel maar� ik smul daarvan.
Ik dwaal af. Ik had het over verzamelen en dat ik daar niks mee heb. Verzamelen leidt namelijk tot helemaal niets. Het geeft alleen maar een hoop troep en ellende, en ik vrees dat we kunnen wachten op de eerste berichten van voetbalplaatjesslachtoffertjes die op het schoolplein met geweld van hun verzameling worden beroofd.
Nou ja, het kan allemaal nog veel erger, maar dat lees je volgende week.