De afgelopen week struikelde ik een aantal malen over mevrouw van Bijsterveldt. Ik trof haar paginagroot in de Volkskrant aan en ze was aanwezig bij Pauw en Witteman. Als burger moet je dan even opletten. Een dergelijk publiekelijk optreden betekent meestal dat er een van overheidswege belangrijke mededeling volgt.
Dat hadden ze wat mij betreft ook mogen doen met de verandering in het parkeerbeleid in onze straat, maar dat verschijnt dan in te kleine letters in het plaatselijke sufferdje.
Meisje Bijsterveldt dus. Ik zat op het puntje van mijn stoel. Wat had ze te vertellen: de segregatie in ons onderwijs is geen probleem zolang het onderwijs maar goed is.
Gelukkig had vrouwtje Bijsterveldt nog wel wat argumenten om haar verBijstervelderende opmerking te staven. Het ging haar om de vrijheid van keuze in het onderwijs. Wil je segregatie vermijden, dan zul je ook die vrijheid moeten opgeven. En dat willen we niet.
Overigens denk ik dat als er teksten als vrijheid in de mond genomen worden, je als burger wel even extra moet oppassen. De PVV heeft het dan over vrijheid voor iedereen, behalve voor de hoofddoekdragenden. En ook het CDA heeft een schaduwagenda.
Onze zogenaamde vrijheid van onderwijs stamt uit de tijd dat de katholieken en protestanten elkaar de tent uitvochten, laat staan samen door een schoolpoort konden. Onze vrijheid van onderwijs is een rudiment van de verzuilde maatschappij. Ontzuiling heeft inmiddels plaatsgevonden, maar alleen binnen de media en het onderwijs zijn de sporen nog duidelijk zichtbaar.
Die voor het CDA belangrijke keuze voor christelijk onderwijs betekent dus ook dat anderen die vrijheid moeten hebben. En dus hebben we katholiek, islamitisch, jenaplan, montessori, Iederwijs en weet-ik-veel-wat-voor-onderwijs. Als jij als spiritueel ouder vindt dat je kind alleen maar kan leren als er 24 esoterische geurkaarsen branden, dan kan je een spirituele school starten. Om toch als overheid een garantie op goed onderwijs te kunnen bieden, moeten alle scholen aan eisen voldoen. Dat doe je door normen te stellen en de kinderen te toetsen tot ze scheel zien. Want meten is weten. Want als de cijfers kloppen, kunnen we allemaal rustig gaan slapen. En als de cijfers niet kloppend zijn, dan zijn er altijd nog manieren om ze kloppend te krijgen. Dus dat zit allemaal heus wel goed.
Vrouwtje Bijsterveldt gaf ook als argument dat je er niet aan moet denken dat schoolkeuze samenhangt met je postcode. Dan gaan mensen verhuizen, tenslotte.
Nee, ik vind ook dat er geen causaal verband moet zijn tussen schoolkeuze en stijgende huizenprijzen. Maar ik vind het verBijsterend dat onze minister een causaal verband tussen achterstandswijken en slecht functionerende zwarte scholen als een gegeven accepteert.
Dit ontkent dametje Bijsterveldt overigens. Ze was tenslotte bij twee zwarte scholen geweest. Eén in Den Haag en één in Arnhem en die deden het hartstikke goed. Met andere woorden; als je in een achterstandswijk woont met beroerd onderwijs dan stel ik voor dat je naar Arnhem of Den Haag verhuist.
Verder kwam frutje Bijsterveldt met de geweldige oplossing van de voorscholen. Met daarbij een belangrijke rol voor de consultatiebureaus. Als we bij zuigelingen de taalachterstand kunnen opsporen, is er echt sprake van winst. Ik zou een stap eerder beginnen. Als er tijdens de conceptie in het Nederlands gekreund wordt, denk ik dat het wel goed komt.
Ga ik te ver? Kantel ik over de rand van het betamelijke? Nee, ik ben hoogstens wat zwart-wit, maar dat past wel bij dit onderwerp.