Tui gaat binnenkort vliegen op Suriname; dat zal me een dolle boel worden.
De Nederlander bestaat niet. Deze stelling, die Maxima enige jaren geleden de wereld in slingerde, ontaardde in een storm van protest waarop ze bijna een enkele reis Argentinië moest boeken. Ik vond het verbale geweld dat hierop volgde een typisch geval van misplaatst opboerend patriotisme. Zolang ik de Fries en de Limburger niet kan verstaan, moeten we niet zo kinderachtig doen over een zogenaamde gezamenlijke identiteit.
Nee, dan Suriname, daar doen ze nergens moeilijk over. Hier tref je een smeltkroes aan van Creolen, Javanen, Hindoes, Chinezen, Boeren en Stagiaires. De laatste groep is overigens buitengewoon interessant. Ze zijn overwegend vrouw, blond, blauwogig en bewegen zich in groepjes van vier op hun fietsen door Paramaribo. Ze hebben een felrode blos op hun wangen, waarvan het onduidelijk is of die wordt veroorzaakt door:
A: de zon
B: drankgebruik
C: een leuke Surinaamse meneer (Creool, Chinees, Hindoe, Javaan…)
D: algehele schaamte.
Inmiddels is er een kleine bendeoorlog uitgebroken onder de stagiaires want de Belgische student begint in Paramaribo aan terrein te winnen. Zij vinden de Nederlandse dames te oppervlakkig omdat ze te veel feestvieren (B), te veel flirten (C) en ondertussen een potje van hun studie maken (D). Het mag duidelijk zijn dat ik de Nederlandse stagiaires in mijn hart heb gesloten. Ja zeg, kom op. Je leeft maar één keer, dus hatchikidee A t/m C (D doet niet mee).
Ondertussen hebben de stagiaires ook nog eens een subgroep op de been gebracht; de ouders van de stagiaires. Wat de boel hier overigens fijn overzichtelijk maakt. Als je iemand van rond de vijfenzestig in korte broek met witte benen ziet rondscharrelen dan is dat de zogenaamde Henk Kroller op vakantie. Is het daarentegen een vermoeid fronsende vijftigplusser, dan kun je er wild op gokken dat het de papa of mama van een stagiairend Sophietje is.
Zelf ben ik inmiddels een absolute kameleon geworden. Ik toeter mijzelf als een Creoolse door het verkeer, gedraag me als een stoïcijnse Hindoe als het me uitkomt, glimlach als een Javaanse, trek als een Chinese mijn eigen pad en toen oudste dochter hier een weekje was, keek ik vermoeid fronsend zoals een bezorgde Nederlandse mama betaamt. Ik vind het allemaal prima, zolang ik me maar niet Krolleriaans ga gedragen.