Het regent. En niet zo’n beetje ook. Net als vroeger speel ik weer een wedstrijdje met de waterdruppels op het raam. De druppel die als eerste het raamkozijn bereikt heeft gewonnen. In mijn tijd had je namelijk geen Playstation of Wii en dus speelden wij met en in de natuur.Terwijl het water naar beneden gutst, kan ik bijna niet geloven dat ik vorige week op een geheel andere manier met de natuur in de weer was. Met forse tegenwind schaatste ik, de diepe scheuren ontwijkend, over de Breukeleveense Plassen. Nou ja, schaatsen. Ik bewoog mij voort. Ik strompelde, ik krabbelde. Eigenlijk heb ik niet het juiste woord voor datgene wat ik deed, maar ik voelde me zo stoer�
Het was overigens helemaal niet de bedoeling dat ik als een ware Anni Friesinger over die Breukeleveense Plassen ging. Ik zou eigenlijk alleen maar een kopje koffie gaan drinken bij iemand die gezegend is met een prachtig huis aan die fantastische plas.
Maar toen ik die gladde ijslaag zag, dacht ik; ach, ik schaats een stukje mee met mijn man en zijn schaatsvriend. Zo’n plas is rond, dus verdwalen kan je niet en als ik het zat ben, ga ik gewoon terug.
Nu kan mijn Wim heel goed schaatsen. Hij heeft ook zo’n spannende, strakke broek die de echte mannen aanhebben. Zo’n broek waar onze kinderen zich vreselijk voor schamen, maar ik niet. Ik mag ontzettend graag naar die broek kijken, dus ik bleef maar doorschaatsen.
Uiteindelijk kwamen we bij een doorsteekje en het leek de mannen wel spannend om die afslag te nemen. Ik riep nog iets als ‘jongens, misschien geen goed plan’, maar ik vermoed dat ze me niet hoorden. En zo kwam ik in het krekengebied terecht. Geen plas en dus niet rond, maar kleine doorgangetjes in een overigens prachtig gebied. Ik was na twee bochten al de weg kwijt, dus er restte mij geen andere keus dan achter die broek aan te blijven schaatsen. Met mijn tong uit mijn mond, klotsende oksels van de inspanning en al zwalkend op mijn oude, te grote noren uit 1984. Sinds de aankoop tweemaal gebruikt, dus als nieuw!
De zon ging inmiddels bijna onder, wat een buitengewoon mooie rode gloed gaf over het bevroren water, waarop de heren constateerden dat het niet lang meer zou duren voordat de duisternis zou intreden. Voor mijn gevoel zaten we ongeveer in de buurt van Rotterdam.
Ik ben uiteindelijk thuis gekomen, al weet ik niet helemaal meer hoe. Maar de opluchting was groot toen ik eindelijk met hete chocolademelk voor de open haard zat en deed wat ik die hele middag had moeten doen; uitkijken over de bevroren plas.
Het regent nog steeds, maar niet meer zo hard. De druppels op het raam glijden niet meer naar beneden. Ze zijn niet meer te porren voor een wedstrijdje. Ik hoop dat het nog een paar dagen blijft regenen, want mijn enkels doen nog steeds zeer, maar daarna mag het wat mij betreft weer keihard winter worden.