Ik heb ontzettend veel bewondering voor gestructureerde en geordende vrouwen. Vrouwen die ’s ochtends om acht uur de deur uit lopen in een perfect passende outfit met hun haren keurig gecoiffeerd.
Wat benijd ik die dames. Het is mij nog nooit gelukt. Ik doe wel eens een poging, maar langer dan een dag kan ik het niet volhouden. Dan krijgt mijn haar weer onhandige krullen en is de lokroep van mijn oude spijkerbroek te groot.
Gestructureerde en geordende vrouwspersonen hebben ook keurige huizen. Met uitgebalanceerd meubilair en kledingkasten met kledingstukken op kleur en in nette stapeltjes.
Wil ik ook, maar lukt me niet. Ik gooi de schone was in het strijkkamertje met de bedoeling om het op te vouwen en in de kasten te leggen, maar in de praktijk is die kamer een grote rommelige kast waarin ’s ochtends vier mensen op zoek gaan naar onderbroeken en bij elkaar passende sokken.
De gestructureerde en geordende vrouw heeft totale controle over haar leven en haar agenda. Die heeft geen vriendelijk kaartje van de lenzenboer nodig om haar te attenderen op de halfjaarlijkse controle. Daar heeft ze al op geanticipeerd omdat ze een halfjaar vooruit denkt. Zij kan dat.
Ik niet.
Daarnaast heeft de gestructureerde en geordende vrouw een man die zich gemakkelijk laat sturen, waardoor hij heel soepeltjes en zonder morren meegaat in de structuur en orde van zijn echtgenote.
Ik heb Allerliefste.
De gestructureerde en geordende vrouw heeft gelijkgestemde vriendinnen. Zo houden ze elkaar in stand. Zo werkt dat. Zo rond oktober voeren ze geanimeerde gesprekken over kerst. Wat er gegeten moet worden en wat de kleur van de boom wordt.
Elk jaar ruk ik in december de oude doos vol kitscherige kerstparafernalia uit de kast. Zonder er bij na te denken, strooi ik de zoete herinneringen door het huis. De lichtjes gaan in de uit de kluiten gewassen kamerplant. Mocht dit alles passen in het modebeeld, dan is dat puur toeval.
Maar er is nog hoop. 2011. Dat het maar veel Orde & Structuur mag brengen.