Volkskrant, 13 januari
Beste Jan Waltmans,
Op 13 januari jl. verscheen er een artikel in de Volkskrant waar ik behoorlijk van ben geschrokken. Het artikel ging over een moderne vorm van slavernij die momenteel hip en trendy schijnt te zijn in het land waar u ambassadeur bent. Veelal jonge meisjes uit bijvoorbeeld Ethiopië werken tegen een hongerloontje als hulp in de huishouding voor Libanezen, waarbij hun vrijheid en hun paspoort wordt ontnomen. De algeheel geaccepteerde benaming voor deze meisjes is slaaf. Geweld en opsluiting zijn de gebruikelijke arbeidsvoorwaarden. Hier weet de overheid overigens van (en adviseert ook vooral opsluiting, want anders lopen ze maar rond op straat), en ik vermoed dus dat u het ook wel weet.
Ik verwachtte een enorme ophef naar aanleiding van dit artikel. Maar die bleef uit. Daar is een reden voor. We hebben het momenteel heel erg druk in Nederland met het openbare debat hoe we van ons verwerpelijke slavernijverleden moeten afkomen. De discussie bevindt zich momenteel in de fase van wel of niet openbare onthoofding van beelden van voormalige VOC-gastjes en het omzetten van straatnamen als J.P.Coenstraat in het Youp van ‘t Hek-steegje.
Zelf lig ik niet zo wakker van die standbeelden van Michiel de Ruyter en zijn vrienden. Het lijkt me beter om de lessen die we hebben geleerd uit onze geschiedenis toe te passen. Nee, ik had slapeloze nachten omdat ik moest denken aan die moeders in Ethiopië, die ongetwijfeld hun laatste spaargeld hebben besteed aan de overtocht voor een betere toekomst voor hun dochters, want dat zal wel iemand ze hebben voorgehouden. Zo gaan die dingen namelijk.
Ik vraag me trouwens ook af of die moeders inmiddels weten waar hun dochters zijn beland. Wij weten het nu wel en brengt dat dan niet de plicht met zich mee om iets te doen?
Ik hoor u denken; wat wil deze vrouw van mij? Het liefst zou ik natuurlijk willen dat u met veel bombarie uw koffers pakt, maar dat is vermoedelijk diplomatiek iets te kort door de bocht. Maar u zit in Libanon en dus kunt u aan de orde stellen dat er sprake is van een buitengewoon zorgwekkende situatie. Waarschijnlijk heeft u nog wel meer diplomatieke goocheltrucjes om uit te leggen dat deze vorm van moderne slavernij echt niet kan. Om u een handje te helpen zal ik iedereen vragen om zich even los te rukken van Michiel de Ruyter en J.P. Coen. Hopelijk willen ze dit bericht delen; dan staat u er niet zo alleen voor als u actie onderneemt, want dat is wat u moet doen.
Ik hoor graag van u!
Met vriendelijke groet,
Astrid Harrewijn