De laatste tijd hoor ik te pas en te onpas mensen roepen: ‘omdat het kan’. Moeders van 63. Een liter Botox in je voorhoofd. Van AA naar FF. Eicellen invriezen. Omdat het kan. Vroeger schreef je je op 63ste in voor het bejaardentehuis. Kwam je voor plastische chirurgie in aanmerking als je met je hoofd klem had gezeten tussen de liftdeuren. En borstcorrecties waren er alleen van FF naar AA als je krom voorovergebogen door het leven ging. Eicellen konden slechts worden ingevroren als je een afschuwelijke ziekte had waardoor je de kinderwens wel op je buik kon schrijven. Tegenwoordig zijn deze medische mogelijkheden voor iedereen toegankelijk, want zo gaat dat met medische ontwikkelingen.
Over niet al te lange tijd zitten bevroren eicellen standaard in het verzekeringspakket. Dan hoef je niet meer na te denken of je kinderen wil, maar slechts over de vraag wanneer je ze wil. Misschien moet je eerst nog even doorsparen voor een borstvergroting of heb je een prachtige carrière en vindt je werkgever het niet handig als je nu gaat baren. Het kan ook zijn dat je moeder van 63 net zwanger is en vind je het sneu als ze in korte tijd moeder en oma wordt. Allemaal legitieme redenen om de boel even in de ijskast te zetten.
Eigenlijk zouden al die opties op maakbaarheid tot heel veel nadenken moeten leiden. Bijna een last moeten zijn. Moeilijke kwesties, waar je nachten van wakker kunt liggen. Wil je ze wel of wil je ze niet? Passen ze wel of passen ze niet bij je? Word je er wel of word je er niet gelukkiger van? Maar dat zijn lastige vragen waar we niet zoveel trek in hebben.
En dus hebben we het ongelofelijk domme ‘omdat het kan’ bedacht. Alleen gaat het niet om de vraag of het kan. Er kan namelijk zoveel. Het gaat erom of je het wel moet willen. En daar zul je helaas toch over moeten nadenken.
‘Omdat het kan’. En dat noemen we dan vooruitgang.