Zo af en toe onderneem ik activiteiten om mijn boeken te promoten of doe ik iets voor een goed doel. Dat kan variëren van signeren, tot lezingen op scholen en bibliotheken, het gezellig aan elkaar praten van de eerste kennismakingsavond van de leden van een nieuwe sociëteit tot het voorlezen van een dictee.
Zo ging ik een tijdje geleden naar Leiderdorp voor de opening van het culturele seizoen. Er was mij gevraagd om een lezing van drie kwartier te houden over social media en aansluitend mijn boeken te signeren.
Op dus naar Leiderdorp waar ik me anderhalf uur in de tijd had vergist en dus veel te vroeg aanwezig was. Ik vond het een slecht voorteken. Een beetje schrijver gaat dan naar een kroeg, zet het op een zuipen en komt vervolgens katjelam vijf uur later aan bij het buurtcentrum waar de talloze vrijwilligers vermoeid bezig zijn om de restanten van het feest in de kliko te donderen. Ik niet, ik ben toch een beetje een burgerlijk trutje en dus ging ik ergens aan de muntthee en appeltaart en vroeg mij ondertussen af hoe ik in godsnaam een lezing van drie kwartier ging vullen.
Laat ik over de lezing kort zijn. Er kwam niemand opdagen. De vrijwilligers gingen wat mensen ronselen en zo vulde het zaaltje zich uiteindelijk met vijf bejaarden. Op mijn vraag of iemand wel eens had gehoord van social media werd ik verbaasd aangekeken. Twitter, Facebook, er ging geen belletje rinkelen. Zelfs internet was een totaal onbekend begrip voor drie van de aanwezigen. Dit waren niet zomaar bejaarden, dit waren bejaarden met een serieuze achterstand. Ik vermoed dat ze zich hebben laten omkopen. Een kop koffie met een plak ontbijtkoek, maar dan wel even naar die lezing van Harrewijn.
Ik wauwelde wat over streekromans versus chicklit. Over de moderne vrouw die keuzes moet maken tussen carrière, gezin en vrienden en deed net alsof ik het hartstikke leuk vond, maar het zweet gleed koud en nat langs mijn ruggengraat. Na vijftien minuten vond ik het wel genoeg en kon ik gaan signeren. Dit vond plaats in de hal van het gebouw, samen met een viertal regionale schrijvers. Alleen voor mij was een boekhandelaar geregeld die met een stuk of honderd boeken in een standje stond. Dan ga je de druk dus wel voelen.
Ik nam plaats naast een mij onbekende regionale schrijver en dan kun je alleen maar hopen dat het nog een beetje gezellig wordt. En dat werd het, dankzij mijn buurman, Robert Cromheecke, die Papa in Praag heeft geschreven. Een autobiografisch boek over een consultant die huisman in Praag wordt als zijn vrouw daar naartoe moet voor haar werk. Ik moet het nog lezen, maar als de schrijver Cromheecke net zo grappig is als de mens Cromheecke, dan zal hij zijn regionale bekendheid rap gaan inwisselen voor nationale. Onthoud dus die naam!
Uiteindelijk heb ik me prima vermaakt in Leiderdorp, maar mocht ik de volgende keer ergens moeten optreden en mochten de voortekenen het ergste doen vermoeden dan laat ik de muntthee en appeltaart aan mij voorbij gaan en ga ik linea recta door naar de eerste de beste kroeg. Dat jullie dus even weten waar je me moet zoeken.