Rond deze tijd moet ik altijd aan juf Hofmans denken. De stokoude, kromgebogen, naargeestigste juf die ik ooit in mijn leven heb gehad. In mijn dagen was juf Hofmans al tachtig en recent schijnt ze met pensioen te zijn gegaan. Ze had het niet zo met de kindjes Zegers. Zo kreeg mijn broer onverbiddelijk een vier op zijn rapport voor vlijt en ijver omdat hij een egel in een boom had getekend. Mijn broer zat toen in zijn egelperiode. Het was daadwerkelijk een pracht van een egel, maar zo’n beest hoorde niet in een boom.
En ook ik heb huilend in haar klas gezeten omdat ik uitgerekend op Sint Maarten om een nietszeggende reden moest nablijven. Nu waren er een aantal dingen belangrijk in het leven van een Gronings kindje: je verjaardag en Sint Maarten.
Mij laten nablijven op die belangrijke elfde van de elfde was een vorm van kindermishandeling. Ik huilde heel zachtjes maar mijn schoudertjes schokten zo hevig dat ze mij liet gaan. En zo kon ik ook die dag weer met een lichtelijk ontvlambaar lampionnetje en de grootste plastic zak die ik kon vinden de straat op. Want dat was wat we deden. Aanbellen, zingen en je zakken vullen met snoep. Als laatste gingen we altijd naar de dierenwinkel waar we een zielig dobberende goudvis in een zakje water kregen. Het beestje stierf meestal na een week en ons leed was dan zo immens groot dat er onmiddellijk een nieuwe werd gekocht.
Na het slenteren door de straten met onze afgebrande lampion kwamen we rond een uurtje of negen thuis, waar mijn moeder al klaar zat aan de eettafel om onze zak onverbiddelijk om te keren en al het onverpakte snoepgoed weg te gooien. Dat had te maken met overdreven gevoelens van hygiëne, of zoiets. Maar wij waren ook niet gek, dus wij werkten al de kleverige onverpakte snoepjes onderweg al naar binnen. Gelukkig was het in die tijd nog niet bekend dat je van suiker en kleurstoffen als een debiele kangoeroe door de kamer ging springen, want ik vermoed dat dan ook het verpakte snoepgoed richting prullenbak was verdwenen.
Uit nostalgische overwegingen heb ik mijn kinderen ook een aantal jaren de straat opgestuurd met lampion en plastic zak, maar ze werden wat merkwaardig aangekeken. Het fenomeen is in het Hilversumse nooit echt doorgedrongen.
De pakken met minimarsen die ik afgelopen woensdag in huis heb gehaald voor al die vrolijk zingende kinderen, liggen nog zielig op tafel. Er is niet bij ons aangebeld. Terwijl we toch in zo’n lekker drukbevolkt buurtje wonen met zelfs een dierenwinkel in de straat.
Sint Maarten zonder hoog gezang en vrolijk gekleurde lampionnen. Ik heb het wel te doen met de Hilversumse kindjes. Ze missen echt wat. Nu maar hopen dat er hier nog een juf Hofmans voor de klas staat, want wat hebben ze anders voor jeugdherinneringen?