Dankzij mijn uitgever, die elke keer weer kaartjes voor mij ritselt, was ik gisteravond bij de Power of Plots, de feestelijke opening van de maand van het spannende boek. Een leuke happening met de uitreiking van de Gouden Strop, die dit jaar naar de debuterende Belg Bram Dehouck ging met het boek De minzame moordenaar.
Het thema was dit jaar Scandinavische misdaadliteratuur. Een genre waar ze buitengewoon goed in zijn, daar in het koude Noorden. Na de uitreiking van de Gouden Strop waren er in allerlei zaaltjes interviews. Ik had mijn keuze al snel gemaakt. Ik wilde in ieder geval naar Charles den Tex.
Ik mag dan tegenwoordig schrijfster zijn, mijn interesse in het informaticarecht blijft onverminderd groot en ik maak me al jaren zorgen over onze digitale maatschappij waarin wij als mens zo kwetsbaar zijn als een pasgeboren baby in de brandende zon. Charles den Tex schrijft daar spannende thrillers over. Ik zat dus op het puntje van mijn stoel. Jammer dat ik drie kwartier heb geluisterd naar zinloos en oppervlakkig geleuter.
Natuurlijk kan het interessant zijn om te weten dat Charles zijn boeken alleen ’s ochtends schrijft en dan ook nog eens in het buitenland omdat er dan geen afleiding is. Ik heb het met een weekje in de Franse hut moeten doen om de grote lijnen van mijn nieuwe boek op te zetten, maar daarna moest ik weer naar huis om het gezin te voorzien van grillworst en wit brood van Blue Band. De was moet gedraaid, de honden ontwormd en tussen de bedrijven door schrijf ik wat woorden op. Dus het is gewoon de kift, ik geef het eerlijk toe, ik wil ook maandenlang in het buitenland zitten. Hoe dan ook, ik had toch meer van het interview met Charles verwacht.
Maar niet getreurd, ik ging dapper door naar de Hollandzaal waar de dames Noort, van der Vlugt en den Hollander klaarzaten om geïnterviewd te worden. Nou geef ik toe dat domme vragen gepareerd moeten worden met domme antwoorden. De obligate vraag of ze zelf thrillers lezen, had achterwege gelaten kunnen worden, en dat gold voor nog wel meer vragen. Maar toch, als je daar zit, dan heb je toch iets te melden?
Ik ben één keer in mijn leven weggelopen uit een bioscoopzaal, maar die film was dan ook bar en boos, waarmee ik maar wil zeggen dat ik op dit punt wel een doorzetter ben. Allerliefste en ik zijn halverwege vertrokken uit de Hollandzaal.
Begrijp me niet verkeerd, we hebben een fantastische avond gehad. Je komt iedereen tegen en het is altijd erg inspirerend en het brengt je op leuke ideeën. En natuurlijk staan de beste stuurlui aan wal. Duw mij een microfoon onder mijn neus en er komt vast geen fatsoenlijk woord uit. Maar toch. Mocht mijn uitgever om marketingtechnische redenen besluiten dat mijn boeken vanaf nu literaire chicklits heten of feelgoodromans met een hoog maatschappelijke engagement, reken maar dat ik er dan voor zorg dat ik wat te melden heb.