Ik heb het al eens eerder in een column gezegd, maar sinds ik schrijf heb ik wat moeite met de boekhandel. Ik kom niet meer zo graag in de literaire pretparken en dat heeft te maken met het feit dat ik altijd eerst ga kijken of ik er zelf een beetje netjes bij lig. Dat is niet altijd het geval en dat kan me dan een hele dag bezighouden. Er is dus sprake van een zekere drempelvrees waar het de boekhandel betreft.
Inmiddels ben ik ook nog eens tot de conclusie gekomen dat ik niet meer zo onbevangen en ongecompliceerd lees als vroeger. Sinds ik zelf schrijf heb ik een duistere kant ontwikkeld. Ik ben een redactionele heks geworden. Ik blader woest door de boeken met een denkbeeldig rood potlood hangend uit mijn linkermondhoek. Venijnig schud ik mijn hoofd over niet-goedlopende zinnen, zanik over plotwendingen en ontdek altijd een taalfout, die ik zelf overigens bij de vleet maak.
Kortom; ik ben niet bepaald de ideale collega die met veren strooit.
Enige weken geleden zag ik dat Michael Berg een nieuw boek had geschreven. Hôtel du Lac. Vorige zomer logeerde ik een aantal dagen in een hotelletje in Frankrijk. Jawel, Hôtel du Lac. Het hotel en Lac boden de perfecte ambiance voor een thrillerschrijver. Sterker nog, het was een bedevaartsoord voor de misdaadauteur. En dus wilde ik weten of deze omgeving de inspiratiebron was geweest voor de in Frankrijk woonachtige Michael Berg. Dat was niet het geval, maar hij beloofde mij het boek op te sturen.
Ik zag ernaar uit. Ik houd van thrillers, maar moet wel eerlijk toegeven dat ik het jammer vind dat de onderhuidse spanning, die zo kenmerkend is voor het genre, zo vaak verwerkt wordt in een liefdesrelatie. De ex die stalkt, de ware die rijp is voor een tbs-kliniek.
Sinds twee dagen verblijf ik in Hôtel du Lac. Het is alsof ik in een bootje zit en meedein op de ritmische zinnen die Berg door zijn boek laat golven. Want dat kan deze auteur prachtig. De wijze waarop hij de gebeurtenissen en de omgeving beschrijft zijn het lezen waard en de omschrijvingliteraire thriller waardig. Berg neemt je bij de hand en laat je niet meer los. Dit betekent overigens niet dat je lekker achterover kunt leunen, je moet wel zelf blijven nadenken.
In Hôtel du Lac spring je door de tijd. Tijdswisselingen kunnen hopeloos verstorend werken, maar ook op dit punt weet de auteur je moeiteloos bij de tijd te houden.
De onderhuidse spanning – gelukkig geen ex of stalker – begint halverwege echt te kolken en te broeien. Dat had voor mij iets eerder gemogen, maar dan kolkt en broeit het ook goed. Het boek houdt je vanaf dat moment absoluut bezig. Ik vergat in ieder geval de helft van de boodschappen bij de AH.
Heb ik nog wat te zeuren. Uiteraard. Ik heb van alles te zeuren en te zeiken, maar slechts op mini-micro-niveau. Geneuzel, dat nergens over gaat. Komma’s en punten. Een achterflaptekst die ik anders had opgesteld. Dat soort werk.
Ik kan maar één ding concluderen. Voor al die mensen die nog wel in de boekhandel komen. Hôtel du Lac, Michael Berg.