Ik ben momenteel bezig met project CV. Een opdracht waar ik stad en land voor afreis om medewerkers van een bedrijf te interviewen waarna ik een leuke, pittige en kittige invulling aan hun CV moet geven. Geniale invallen de medewerker betreffende noteer ik in een roze aantekenboekje. Een schattig boekje dat ik ooit van vriendin Anne kreeg met een allerliefst voorwoord over geheimen die ik heel goed in dit boekje kwijt kon.
Het zijn trouwens niet alleen geniale invallen over medewerkers die ik in het boekje schrijf. Kritische noten kraak ik ook. Je kunt niet al die mensen even aardig vinden. Die gedachten vinden overigens op niet al te subtiele wijze een weg in het roze boekje. En verder staat er de eerste zin in van mijn nieuwe boek, een zin waar je de rillingen van over je ruggengraat gaan. Zo’n enge eerste zin, zo goed! Veel verder dan die eerste zin ben ik nog niet gekomen, maar alleen al op basis van die zin is het een bestseller. Voor mij is die eerste zin net zo belangrijk als een reddingsboei voor een drenkeling.
Mocht er ooit op mijn keukentafel zo’n boekje blijven liggen, terwijl de bezitster ervan zojuist de deur uit is gelopen, dan wist ik wel wat ik zou doen. Een kopje koffie pakken en er eens uitgebreid voor gaan zitten. Maar ik laat het niet ergens liggen, ik ben keihard zuinig op mijn roze boekje!
Van de week moest ik ergens midden in het land zijn om een medewerker te interviewen die toevallig die dag zijn papadag had. Bij binnenkomst zwaaide ik vrolijk met het roze boekje en riep dat ik al heel wat leuke dingetjes over hem had gehoord en die stonden allemaal genoteerd in mijn fijne roze boekje, en ik knipoogde er olijk bij.
Ik kreeg een kopje koffie en daar zaten wij dan, aan de keukentafel met de driejarige dochter die in hoog tempo wild woeste tekeningen voor mij maakte. Ik stelde mijn leuke, pittige en kittige vragen, maar kreeg weinig bevredigende antwoorden. Het zweet ging me een beetje in mijn nek staan.
Na een tijdje was dochterlief de hele situatie zat. Het was tenslotte papadag en niet vreemde mevrouwendag en toen de medewerker fijntjes opmerkte dat ze zoooo naar de bakker gingen, wist ik dat mijn aanwezigheid lang genoeg had geduurd.
Mopperend over deze onvruchtbare ochtend reed ik terug naar Hilversum en toen ik mijn auto bij de AH parkeerde omdat er tenslotte ook nog een gezin is dat ik van voedsel moet voorzien, ging mijn mobieltje. Ik dacht en hoopte dat het mijn liefste zou zijn. Overigens ook medewerker van hetzelfde bedrijf, maar over hem staan louter lieve dingen in het roze boekje, omdat hij nou eenmaal zo is.
Maar het was niet mijn liefste, het was zijn zojuist bezochte collega. ‘Je bent de tekeningen van mijn dochter vergeten, en ook je roze aantekenboekje.’
Ik heb al een paar dagen het gevoel dat ik mezelf op staande voet moet ontslaan.