De afgelopen week heb ik me helemaal suf zitten peinzen over mijn goede voornemens. Ik kon er maar drie bedenken en ze zijn weinig spectaculair. Ik heb overigens ook geen foute voornemens, wat voor vriend en vijand een geruststelling moet zijn.
Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik de afgelopen jaren ook niet echt op 1 januari van start ben gegaan met een rugzak vol met correcte plannen, maar het hoort er toch een beetje bij. Althans dat vind ik. Je sluit een jaar af, maakt de balans op en begint weer met een schone bladzijde. Mooi.
Daarnaast kun je je goede voornemens delen met anderen, waardoor je een goed beeld krijgt of je nog tot de gemiddelde Nederlander behoort of totaal aan het verdwalen bent.
Zonder hulp van Maurice de Hond vermoed ik dat de goede voornemens van de Nederlander er zo uitzien:
1. stoppen met drinken
2. stoppen met eten
3. stoppen met roken
Dit zijn typisch van die goede voornemens waar je met elkaar een boom over op kunt zetten terwijl je met een glas vol bubbels sushi naar binnen werkt en even op de wc een sigaretje gaat roken. Goede voornemens zijn dus niet alleen nuttig, je kunt er ook nog eens gezellig over ouwehoeren.
Maar ik niet. Mijn top drie ziet er namelijk heel anders uit:
1. ik ga niet overal meer een punt van maken
2. ik ga vaker met mijn auto door de wasstraat
3. ik ben van plan om schandalig veel geld uit te geven aan sokken
Dit zijn nou typisch van die goede voornemens die je beter voor je kunt houden, ik zou namelijk niet weten met wie ik daar een goed gesprek over moet voeren. Maar goed, daar ga ik verder geen punt van maken. Daar heb ik trouwens geen tijd voor want ik moet mijn auto wassen en daarna ga ik door naar een of andere voetverwenboetiek om iets wolligs aan te schaffen. Goede voornemens: gelukkig ben je ze in februari al weer vergeten.