Hijgend kom ik binnen, ik gooi mijn boodschappentas op het aanrecht en bel onmiddellijk Fletten.
‘Je had gelijk, man. Het werkt!’
‘Wat?’ vraagt hij verbaasd.
‘Een stap opzij zetten, een ander de ruimte geven en dat alles met een brede glimlach,’ antwoord ik vrolijk. ‘Ik vond het sinds weken weer eens leuk buiten.’
‘Mooi,’ zegt hij. ‘Het zal overigens niet altijd werken, dus don’t get your hopes up.’
Fletten is erudiet, en daarom knalt hij er af en toe een woordje Engelstalig tussendoor. Iets wat op mij overigens geen enkele indruk maakt.
‘You mean what?’ Ik kan er namelijk ook wat van.
‘De mensen die pre-corona zichzelf nogal veel ruimte toe-eigenden, zullen die natuurlijk nog steeds blijven innemen. Daar gaat geen virusje verandering in brengen.’
‘Voorbeeldje, Fletten.’
‘De man in de trein die zijn zware kruis lucht en ruimte wil geven en wijdbeens naast je gaat zitten zodat jij met je knieën knel tegen het prullenmandje zit of de vrouw die in een bomvolle bus een stoel voor haar handtas in beslag neemt. Van die mensen moet je niet te veel verwachten.’
‘Ah ja, die,’ mijmer ik, en er komen bijna zoete herinneringen naar boven. Ik zou er goud voor geven om nu corona-loos in een trein vol met dit soort gasten naar Amsterdam te reizen met een overstap op Schiphol om daar een lekkere Starbucks naar binnen te gieten.
‘Kijk, die mensen zullen nu ook echt geen stap opzij zetten,’ gaat Fletten onverstoorbaar door. ‘Die gaan er gewoon van uit dat jij dat doet. Om het leven luchtig te houden, raad ik je aan om je daar niet te druk over te maken. Door al die stappen opzij, maak je op de lange termijn een paar extra kilometers en dat is gezond in het Tijdelijk Abnormaal. De sportscholen gaan tenslotte nog lang niet open.’
‘Goeie tip, Fletten!’
‘Geen dank, graag gedaan.’
Ik zweeg en vroeg me af of dit het juiste moment was om Fletten te vertellen dat hij al zijn tips en trucs niet voor zichzelf mocht houden en dat dit het moment was voor Fletten om zijn ervaringsdeskundige expertise met de samenleving te delen. Gewoon even de boel omdraaien; wij binnen, Fletten buiten. Ik deed een voorzichtige poging en wees hem er nog een keer op dat wij een Fletten de Kurf nodig hadden. Dat hij mijn website mocht gebruiken om het woord te verspreiden en dat ik alle redacties van de bekende praatprogramma’s zou aanschrijven zodat Fletten kon aanschuiven, maar hij was onverbiddelijk.
‘Ik denk er niet over! Als je wat te vragen hebt, dan bel je me maar, en als je mijn kennis wilt columneren dan moet je dat vooral doen.’
‘Prachtig woord, Fletten. Die houden we er in. Ik bel je snel weer.’