Een bulderende lachsalvo denderde mijn oor binnen, terwijl ik ondertussen geïrriteerd vier bitterkoekjes tegelijkertijd in mijn mond propte. Nadat hij was uitgelachen zei hij: ‘Een ervaringsdeskundige expert? Wat is dat?’
‘Dat ben jij,’ zei ik nijdig, en vond Fletten opeens een enorme lul. Wat op zich bijzonder was, want even daarvoor vond ik hem nog enorm grappig. ‘Jij zit al sinds 1991 jezelf te amuseren in een huisje in de bossen, beste man. Ik denk dat de rest van de wereld wel geïnteresseerd is hoe jij dat doet zonder dat je driemaal daags met je hoofd tegen de muren bonkt van verveling. En daarnaast,’ ging ik in één nijdige adem door, ‘heb jij ergens in een ver verleden een studie gevolgd over hoe we gezellig met elkaar om moeten gaan. Hoe heette die studie ook alweer? O ja, sociale omgangskunde. Schrijf je die flutstudie eigenlijk met twee hoofdletters of hoe zit dat?’ Inmiddels schreeuwde ik, er was zelfs een licht hysterisch randje hoorbaar. ‘Ik weet niet of je het inmiddels in de gaten hebt, Fletten de Kurf, maar we leven in een 1.5-meter-samenleving.’
‘Je schrijft het bij voorkeur met twee hoofdletters, maar wat is nou precies je probleem?’
‘Hoe moeten we met elkaar omgaan in het Nieuwe Normaal, Fletten? Help ons!’
‘Ten eerste moet je het niet het Nieuwe Normaal noemen. Als het al een naam moet hebben dan geef ik de voorkeur aan een Tijdelijk Abnormaal. Dat is wat hoopgevender. Helpt dit?’
‘Ja,’ antwoordde ik al wat vriendelijker. ‘Maar Fletten, ik beschouw mijn medemens momenteel toch een beetje als de vijand. Dat is toch niet gezond?’
‘Maar dat is helemaal niet nodig,’ zei hij verbaasd. ‘Waarom zou je dat doen? Door afstand te houden, zorg je juist voor je medemens. Je hebt nog nooit op zo’n makkelijke manier een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Door die anderhalve meter te respecteren help je om de maatschappij weer op gang te krijgen. Je steentje bijdragen was nog nooit zo makkelijk. Je hoeft er geen vrijwilligerswerk voor te doen of overdreven veel belasting voor te betalen. Het enige wat je hoeft te doen is af en toe een stapje opzij zetten, en de ander wat ruimte geven. Daarmee red je levens. Djezus, dat moet je toch een goed gevoel geven? En als je er dan ook nog vriendelijk bij glimlacht dan ben je helemaal een soort van lichtpuntje in het Tijdelijke Abnormaal.’
Ik was even stil na deze woorden en zei toen gehaast. ‘Ik ga hangen, Fletten. Ik ga even boodschappen doen.’