Eén ding was duidelijk toen ik twintig jaar geleden bij Allerliefste introk. Bij een eventuele bloedige scheiding zouden onze lp’s en cd’s niet de inzet van de strijd worden. De ietwat schemerige, duistere muziek van Allerliefste gelardeerd met synthesizerachtige klanken mocht hij houden en mijn soul/funk/discoverzameling zou hij de moeite van het inpakken niet waard vinden.
De eerste jaren van ons huwelijk deden we dapper aan muziekconsensus en we luisterden naar Sting en bezochten de concerten van aartschagrijn Van Morrison. Maar een gulden middenweg is uiteindelijk dodelijk saai en een valkuil voor elke relatie. Bijkomend obstakel in het grote geheel was overigens ook dat Allerliefste zelf muziek maakt. Onze discrepantie op muziekgebied was dus groter dan ik destijds kon voorzien. Tijd voor een drastische keuze en we besloten ons eigen hart te volgen en datgene te doen waar we het meest van houden en ons daar vooral op te richten. Dat bleek bij mij niet muziek te zijn. Ik ga voor het boek.
Ik sleep hem mee naar boekpresentaties en het boekenbal waar hij zich prima amuseert en als tegenprestatie bevind ik me met enige regelmaat in zaaltjes met bonkige mannen die vol adoratie kijken naar helse podiumherrie.
Maar inmiddels hebben we het toppunt van wederzijds respect toch echt wel bereikt. Allerliefste had voor mijn vijftigste verjaardag kaartjes voor Earth, Wind & Fire in de Heineken Music Hall gekocht en gisteren verraste ik hem met een avondje Robert Jan Stips.
En daar zaten we dan. In een heel klein theaterzaaltje in Amsterdam, gevuld met inmiddels brave huisvaders (voorheen ongetwijfeld links activistische gevaarlijke elementen) en hun bijbehorende vrouwen. Vermoedelijk maken ze zich nog wel druk over onbespoten appels en ongedwongen eerlijke seks, maar voor de rest was er geen beweging meer in te krijgen. Aan het verzoek van Robert Jan Stips om een slinger aan het Super Song Wheel te geven – een soort komisch rad van fortuin waarachter meer dan 200 nummers schuilgaan – werd geen gehoor gegeven. Ik durfde niet op te staan, bang als ik was dat er een nummer van Sweet d’Buster te voorschijn zou komen en ik deze legende op muziekgebied hologig zou moeten aanstaren.
Want dat is hij. Een levende legende. Robert Jan Stips. Een virtuoos kunstenaar. Zijn muzikale tour, RJSOLO, is doorspekt met prachtige verhalen, maar is bovenal een staaltje muzikaal vakmanschap.
Aan het eind van de avond kochten we zijn cd, met handtekening.
‘Welke naam kan ik erop zetten?’ vroeg hij met die onweerstaanbare glimlach.
‘Astrid,’ zei ik snel.
Het gaat heus niet gebeuren. Dat weet ik zeker. Maar voor het geval dat, wil ik dat er geen twijfel over bestaat dat deze cd in MIJN doos belandt.