Met enige regelmaat hoor ik iemand in mijn omgeving de noodkreet slaken dat ze een bad-hair-day heeft. Het zijn overigens altijd vrouwen, nooit mannen, maar dit terzijde. Ik kan dan zo jaloers worden! Ik wou dat ik eens een keertje een bad-hair-day had. Dat lijkt me nou zo fijn. Ik heb het namelijk elke dag. Driehonderdvijfenzestig dagen per jaar en dan ga je zo langzamerhand richting een bad-hair-year. Het is voor mij dan ook weinig zinvol om dat elke dag van de daken te schreeuwen.
Wat ik ook zo jaloersmakend vind, zijn mensen die hun hele leven lang hetzelfde kapsel hebben. Wil ik ook. Lijkt me heerlijk. Gewoon vanaf je zesde dezelfde coupe. Beatrix heeft dat ook. Heel praktisch.
Maar ja, dat heb ik niet en dat komt omdat mijn haar aan verandering onderhevig is. Dat schijnt vaker voor te komen, en wel om de zeven jaar. Aldus mijn kapster, en die heeft ervoor geleerd.
Als peuter had ik blonde krullen. Geheel volgens familietraditie werd het steeds donkerder om tegen de tijd dat het bijna zwart wordt spontaan over te gaan op grijs. Die fase begin ik nu te bereiken. Dat weet overigens niemand, maar dat komt omdat ik eens in de zoveel tijd met ingewikkelde potjes, plastic handschoenen en oude badhanddoeken in de weer ben om het grijs chemisch te verjagen. En ondertussen de hele badkamer mahoniebruin te verven, omdat het nog een hele kunst is om dat giftige mengsel alleen in je haar te krijgen.
De schattige krullen uit mijn peutertijd verdwenen als sneeuw voor de zon en de lagere school heb ik doorgebracht met een sluik jongenskoppie. Een niet al te modieus kapsel waar volgens mij economische overwegingen aan ten grondslag lagen. De middelbare school was al niet veel vrolijker. Ik had een tijdje het uitermate populaire Purdey-kapsel dat helaas geen enkel jongenshart sneller deed kloppen. En dat gold ook voor mijn Janis Joplin-achtige dracht waar ik vele jaren mee voor gek heb gelopen.
Vervolgens ging er drastisch de schaar in en kreeg ik weer een kop vol krullen, wat weer werd afgewisseld door sluik haar waar menig steiltangfetisjist een moord voor zou doen.
En zo gaat het al jaren. Krul, steil en alles ertussenin. Met name die periodes met alles ertussenin zijn nogal dramatisch. Momenteel zit ik weer in zo’n periode. Het is vlees noch vis, krul noch steil, het is helemaal niks.
Dus als je me tegenkomt en je vraagt je af waarom mijn haar zo shit zit, weet dan dat ik er ook niks aan kan doen. Ik zit niet in een midlifecrisis, ik heb geen slecht huwelijk en mijn kapster beschikt wel degelijk over de benodigde papieren.
Waarschijnlijk duurt het zeven jaar en dan is de krul weer terug. Of heel steil. Of met pieken. Of alles daartussenin. Je weet het maar nooit. Ik heb gewoon een bad-hair-life.