Gisteravond raakte ik verzeild in een discussie op Twitter. Iemand twitterde dat hij alleen maar boeken van schrijvers las. Dat was overigens geen bewuste keuze. Hierop antwoordde onmiddellijk iemand dat zij juist een voorkeur voor schrijfsters had. Ik moest concluderen dat het mij niet uitmaakt of een auteur een man of een vrouw is. Misschien is het om die reden beter om vanaf nu alleen nog maar het woord auteur te gebruiken, want dat woord is prettig geslachtloos.
Toch is het te gemakkelijk om te doen alsof het niet uitmaakt. Ik wil nog even wijzen op het stukje van Pauline Slot in de Volkskrant waarin ze stelde dat mannen beter kunnen schrijven. Dit naar aanleiding van het feit dat er zelden een vrouw wordt genomineerd voor literaire prijzen.
Daarnaast ken ik toch zeker twee mannelijke auteurs die onder het pseudoniem van een vrouwennaam schrijven. Omdat het domweg beter verkoopt.
Hoe dan ook, door deze discussie moest ik denken aan een vriendin die weigert om een boek te lezen van een mannelijke auteur die over een vrouw schrijft en andersom. Terwijl ik dit nou juist zo bewonderenswaardig vind.
Mijn favoriete thrillerauteur Michael Berg schrijft met passie over Chantal Zwart, een journaliste voor het Franse radiostation RLP. Overigens heeft hij met zijn nieuwste boek, Hôtel du Lac, bewezen dat hij met evenveel vaart een mannelijke hoofdpersoon neer kan zetten. Ik denk dat je over buitengewoon veel talent beschikt als het niet merkbaar is of de auteur een man of een vrouw is.
In dit verband wil ik ook nog even wijzen op Lawrence Hill en Het negerboek. Hill beschrijft het leven van Aminata tijdens de duistere en gruwelijke periode van de slavenhandel. Het is een boek over het behouden van je waardigheid tijdens mensonterende omstandigheden. Het is een boek over een krachtige vrouw, maar het is vooral een hoopvol boek. Een boek dat een plek in de bestsellerlijsten verdient en door mannen en vrouwen gelezen moet worden.
Nou ja, en uiteindelijk is het natuurlijk mijn diepste wens om ooit nog een keer een ouderwetse detective te schrijven. Met een morsige hoofdpersoon met een uitpuilende buik, bruine schoenen met spekzolen en een behoorlijk alcoholprobleem. Zonder vrouw en een hoofd vol foute PVV-gedachten stapt hij elke avond weer tussen zijn groezelige lakens. Hij is niet geliefd, wordt slechts gehaat en heeft maar één talent en dat is zijn opmerkelijke speurvermogen.
Mocht het ooit zover komen dan doe ik er waarschijnlijk verstandig aan om dit boek te schrijven onder de naam Arie Zegers.