Met enige regelmaat moet ik denken aan een interview met Hella de Jonge over haar boek Spring. In dit boek beschrijft ze haar leven met Freek. Ze schroomt niet om genadeloos met haar ouders en Freek af te rekenen. Ik noem dat dapper en Spring staat dan ook op mijn lijstje van nog aan te schaffen boeken.
In het interview vertelt ze hoe ze met Freek ergens in een verkeerd gedeelte van een stad terechtkwam en de kogels opeens om hun oren vlogen. Freek greep haar hand, riep dat ze moest rennen, maar Hella verstijfde en Freek ging ervandoor. Op dat moment wist Hella dat Freek uiteindelijk voor zichzelf gaat. Dit incident kleurt Freek. Freek gaat namelijk voor zichzelf en de hele wereld weet dat nu.
Vraag me niet waarom, maar ik moet hier heel vaak aan denken.
En dus ook vanochtend in alle vroegte. Ik maakte Allerliefste wakker en zei: ‘Stel er wordt op ons geschoten. We moeten rennen voor ons leven. Wat doe je dan? Neem je mij dan mee?’
Allerliefste keek mij verbaasd en slaperig aan. ‘Ja, wat denk jij dan? Dat ik je laat staan?’
‘En als ik verstijf. Als ik niet meega?’
‘Dan sleur ik je mee. Desnoods draag ik je,’ bromde Allerliefste, en wierp zich op zijn andere zij.
‘Dat deed Freek de Jonge niet. Die liet zijn Hella staan,’ zei ik.
Slaperig draaide Allerliefste zich weer om, zijn arm loodzwaar over mij heen. ‘Je weet nooit hoe je in zo’n situatie reageert, dus ik ga die Freek niet veroordelen, maar ik mag toch hopen dat ik je niet alleen laat.’
‘Maar zegt het niet iets over Hella?’ ging ik onverbiddelijk, ondanks het vroege uur, door.
‘Hoe bedoel je?’ vroeg Allerliefste, inmiddels klaarwakker.
‘Als wij in een levensgevaarlijke situatie terechtkomen en jij pakt mij bij de hand en zegt dat ik moet rennen, dan hoop ik toch echt dat ik je blindelings volg. Niet nadenk, maar gewoon met je meega. Het zegt toch ook wat over jezelf als je blijft staan?’
‘Misschien schrok ze zo dat ze geen stap meer kon zetten,’ zei Allerliefste.
‘We hebben het hier over de allereerste reactie. Die van Freek was duidelijk. Hij greep haar bij de hand en zei dat ze moest rennen. Haar allereerste reactie was om niet met Freek mee te gaan. Zij bleef staan.’
Ik geloof dat Allerliefste mij op dit punt niet helemaal kon volgen, maar ik begreep het heel goed. En misschien begrijpt Hella het ook wel.
Overigens is natuurlijk het allermooiste dat we dankzij deze levensvraag van de familie de Jonge al in alle vroegte aan het ontbijt zaten en nog wat aan onze dag hadden.