Wat trek ik aan? Dat was wel zo’n beetje de eerste vraag die door mijn hoofd schoot toen ik te horen kreeg dat ik naar het boekenbal mocht.
Nu beschik ik over een goed gevulde kledingkast, van onder tot boven volgepropt met impulsaankopen, miskopen, troostjurken, het-staat-u-leuk-vestjes, uitverkoopjes, onhandige feestpakken plus een klein rekje draagbare kleding. Het leek mij dat tussen al die ellende nog wel iets toepasselijks moest hangen.
En ja hoor, ik trof zowaar een exotisch tuinslangjurkje aan dat al zo’n twaalf jaar hangt te hangen en tot de categorie miskopen behoort. Ik dolblij. Lekker in thema, het kon niet beter.
Enthousiast propte ik mijzelf in het geval en vroeg aan de dochters wat ze ervan vonden. Zelden zoveel afkeuring op de smoeltjes gezien.
‘Dat moest je maar niet doen, mam.’
‘Wat is er mis mee?’
‘Alles!’
Gelukkig had de oudste dochter de oplossing. ‘Ik ga wel even met je naar de stad, dan kan ik meteen oefenen.’
‘Waarvoor?’
‘Ik moet toch voor school een maatschappelijke stage doen? Ik heb besloten dat ik ga shoppen met bejaarden.’
Als je binnenkort een negentigjarige in panterlegging en zebratopje ziet dan heeft ze met mijn dochter gewinkeld. Mij had ze namelijk binnen tien minuten in een lichtelijk ordinair maar reuzeflitsend panterjurkje waar ik helemaal de show mee heb gestolen op het boekenbal. Nou ja, dat denk ik, dus laat mij maar in die waan.
Hoe dan ook. Ik in mijn kekke jurk op het boekenbal. Het was echt fantastisch en geweldig om mee te maken.
Iedereen was er, vermoed ik. Mevrouw Palmen met haar meneer of meneer van Mierlo met zijn mevrouw, het is maar hoe je het wilt zien. Ella Vogelaar, uitgenodigd vanwege haar toepasselijke naam, met aan haar zijde haar man, die haar boekje heeft geschreven. Meneer Hirsch Ballin, die misschien op een dag ook een boekje gaat schrijven en meneer Mulisch die helaas heeft besloten nooit meer een boekje te schrijven.
Waar je ook keek, er was iets te zien! Het was de grote dierentuin van het geschreven woord en er werd hartstikke veel bijgepraat. Want dat is wat we moesten doen, hoorde ik van een radiopresentator op de heenreis. Het boekenbal: het feestje om gezellig bij te praten.
Zelf zat ik nog in de fase van het kijken. Er was wel een meneer die een heel gesprek met mij wilde voeren, maar aangezien hij maar bleef denken dat ik Pia was, haakte ik af. Daarnaast was er nog een dronken meneer die met mij wilde dansen, maar zijn ogen bleven maar rusten op mijn panterborsten. Hij was echt teleurgesteld toen ik alleen maar wilde bijpraten.
Eén ding is wel raar. Ik kan absoluut geen namen onthouden, maar ik weet altijd precies wat voor kleren iemand aanheeft. En laat dat nou precies datgene zijn waar ik deze keer absoluut niet op heb gelet. Is dat niet raar? Want daar draait het toch allemaal om: wat trekken we aan en waar praten we over bij.